Terug naar Poeldijk
Ik ben opgegroeid met Hulk Hogan, Jake the Snake, André The Giant en andere helden uit de geschiedenis van Wrestlemania en het voelde voor mij logisch om voor mijn programma eens letterlijk in de wereld van het worstelen te duiken. Ter voorbereiding woonde ik in 2010 voor het eerst live een worstelwedstrijd bij, in Poeldijk, waar Dutch Pro Wrestling, de belangrijkste Nederlandse worstelbond, maandelijks een toernooi organiseert. Ik zag grote, gespierde mannen elkaar met veel geweld te lijf gaan en op tientallen manieren tegen de grond beuken. Het publiek joelde. Na afloop liepen de worstelaars beursgeslagen, met omzwachtelde enkels en dichte ogen rond. Ik vond het risico op verwondingen te groot en koos voor een ander onderwerp. Maar het worstelen bleef in mijn hoofd spoken. Je bent toch geen watje Beau? Augustus 2011 ging ik terug naar Poeldijk. Zes maanden later maakte ik mijn worsteldebuut.
Je weet pas echt of worstelen nep is als je van drie en een halve meter hoog met je hele 95 kilo op een woeste, halfnaakte man springt. Een maand na het gevecht zit er nog steeds een bot scheef in mijn onderrug. (Ik druk er even op, om mijzelf er van te overtuigen dat ik u geen onzin verkoop. Auw!) Dat bot kwam overigens niet van de ‘crossbody’ die ik net beschreef, maar van een ‘slam’ ergens aan het einde van het 25 minuten durende gevecht. Troublemaker, mijn tegenstander, een beest van een worstelaar, gooide mij voor de zoveelste keer op mijn rug en landde met heel zijn gewicht op mij. Ik kwam op mijn linkerzij terecht. Dat is niet best. In de worstelwereld is het een gouden wet: val altijd plat op je rug. Dat klinkt onlogisch, maar zo verdeel je de krachten en pijn over je hele lichaam. Doe er uw voordeel mee. Vergeet overigens niet uw nek in te houden en uit te blazen voor u de grond raakt. Anders komt de lucht door uw ribbenkast naar buiten. Geen prettig gevoel, weet ik uit ervaring. Ik strompelde die avond naar mijn bed en mijn vrouw masseerde bezorgd mijn pijnlijke nek, de achilleshiel van de worstelaar. De volgende twee dagen kon ik niet bukken en een week later was mijn borst nog steeds rood van de ‘chops’ (klappen met de vlakke hand) die ik daar had gekregen. Verder gaat het wel weer.
Mijn mooiste worstelervaring was uiteindelijk een ‘slam’ van Dory ‘The Hoss’ Funk. Dory is een Amerikaanse worstellegende en runt een worstelschool in Ocala, Florida. Hij leerde judoka Anton Geesink worstelen nadat deze in 1964 in Japan de magische gouden medaille won. Samen gingen Dory en Geesink eind jaren zestig op worsteltournee door Japan. Centjes verdienen. Met zijn 71 jaar had Dory geen enkele moeite om mij op te tillen en tegen de grond te werpen. De pijn in mijn rug vermengde zich met een gevoel van trots. Ik geef het toe, het was een masochistische ervaring. Heerlijk.